’s nachts komt
het onopgeloste
tot leven en zakt
het
naar m’n armen
het vormt gebalde vuisten
strak gespannen
benen
m’n lichaam maakt zich gereed
voor een sprong
hij staat daar
breed en donker
ik stomp hem en
stamp hem op z’n tenen
het mag niet (niets mag) en hij roept z’n vader:
een baviaan
hij pakt me beet en sleept me
onder een laken
een spanlaken
en stopt wat in m’n mond
zijn levensspaan
naast me bungelt z’n ene testikel
‘vrouw stikt in banaan’
zegt het krantenartikel
anneeth lemaire ©
voor een zielig erasmusje
I love her